Mijn onderbuikgevoelens zijn in de war
De wekkerradio geeft mij dagelijks een krap uurtje de tijd om te wennen aan de dag. NPO-radio 1 praat me bij over het nieuws en ondertussen doe ik de gebruikelijke ochtendgymnastiekoefeningen. Maar op 9 november 2016 gunde de vroege ochtend me geen tijd geleidelijk de nacht te verruilen voor de dag. Met de rustige zekerheid dat Hillary de verkiezingen zou winnen was ik gaan slapen. Ineens ben ik wakker en zit rechtop! Nee….. het is niet waar!! Trump president van de VS? Onmogelijk! Langzaam dringt de werkelijkheid tot me door. Ik zet de radio uit, wil het niet horen.
Hoe kan dit? Hoe kan Trump deze verkiezingen hebben gewonnen? Deze man die met grove beledigingen, in zijn drang te willen overtuigen, op de vrouw speelde en zich niets aantrok van de waarheid. Deze man, de toekomstige president van de Verenigde Staten, heeft alles gedaan wat ik mijn cursisten altijd voor houd nooit te doen.
Als je in een debat wilt overtuigen, speel dan nooit op de man of vrouw. “Zacht op de persoon maar hard op de zaak”, is mijn advies. Pas dan kun je constructief debatteren. In een constructief debat wordt gezocht naar de waarheid en/of de oplossing. Een goed politiek debat heeft m.i. als doel te komen van meningsuitingen naar meningsvorming, zodat het publiek, de kiezer, de verschillende meningen tegen elkaar kan afwegen en zich een eigen mening kan vormen.
Politici, maar niet alleen zij, moeten in hun wijze van debatteren ruimte bieden aan meningsvorming. Daarmee is niet gezegd dat ze hun eigen mening moeten wijzigen. Maar door een respectvolle benadering van de opponent creëer je ruimte, met name voor de toehoorders.
Plato: “Uit verschil van mening ontspruit de waarheid”.
Geholpen door de sturende werking van de Facebookalgoritmes, hebben Trump en Hillary hun publiek – de Amerikaanse kiezers dus, en de toekijkende wereld – opgesloten in de (virtuele) bubbel van hun eigen gelijk. Er werd er niet meer gezocht naar oplossingen voor de problemen waar de Amerikanen voor staan.
We zagen de kloof tussen beide kampen breder en dieper worden. Het verschil in meningen werd een onderdeel van de identiteit van elk van de groeperingen, van hun waarden en de normen. Als dat inclusief/exclusief-denken de boventoon voert, is het moeilijk debatteren. Dan neemt het reptielenbrein het over en geeft dat signalen af: “Ik moet jou niet, wat je ook zegt!”
Ik moet eerlijk bekennen dat Trump mijn reptielenbrein, mijn onderbuikgevoelens, me niet met rust liet en ook mij luid en duidelijk te kennen gaf: IK MOET DEZE MAN NIET.
Wat zegt dat over mij en over anderen die dit eveneens denken? Kennelijk zijn wij eveneens gevoelig voor dergelijke mechanismen en moeten we verdomd goed oppassen dat we niet ook ónze identiteit gaan ontlenen aan onze mening. En … we niet meer in staat blijken te zijn deze te toetsen aan die van anderen. Dat onze mening vastroest en we niet toekomen aan meningsvorming.
Onze zwartepietendiscussie is illustratief: als je voor een zwarte piet bent, ben je racist en ben je daar tegen dan heb je geen respect voor de Nederlandse cultuur en hoor je hier niet thuis.
Laten we gewaarschuwd zijn en ons realiseren dat onze onderbuik niet altijd de waarheid spreekt.